Rekenen met breuken oefenen? Historisch gezien, wordt elk aantal dat niet een geheel getal vertegenwoordigd een “fractie” of een “breuk” genoemd. De getallen die we nu “decimalen” noemen werden oorspronkelijk “decimale breuken” genoemd. Het rekenen met breuken vergt een special inzicht dat je kan ontwikkelen door te oefenen. Dit bevordert de ontwikkeling van je rekenkundige vaardigheid in het algemeen. Het Fibonicci team heeft daarom 3 testen ontwikkeld zodat u uw kennis weer kan opfrissen en goed voorbereid voor de dag komt bij uw examen, iq-test, capaciteitstest, assessment of proefwerk.Hieronder volgt als eerste uitleg over de regels van het rekenen met breuken. Weet u dit allemaal nog? Scroll dan naar het einde van de pagina om meteen met de testen aan de slag te gaan.
U kunt ook deze gestandaardiseerde testen krijgen om uw rekenkundige vaardigheden te oefenen bij Jobtestprep. Deze testen worden uitsluitend in het Engels aangeboden, maar zijn van uitmuntende kwaliteit.
Rekenen met breuken oefenen
Weet u het nog? Het bovenste getal van een breuk wordt de teller genoemd en het onderste getal heet de noemer. Het is gangbaar om een breuk te beschrijven met de kleinst mogelijke noemer dus moeten u ze altijd zo veel mogelijk vereenvoudigen. Breuken vereenvoudigen doet u door zowel teller als noemer door hetzelfde hele getal te delen tot er geen getal meer is waar er bij beide een heel getal uit komt.
Breuken oefenen: Vereenvoudigen
U mag ze ook manipuleren door zowel de teller als de noemer met hetzelfde getal hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Dit hebt u nodig om ze gelijknamig te maken.Als u breuken wilt optellen of aftrekken moeten de noemers namelijk gelijk zijn:
Breuken oefenen: Gelijknamig maken
Om breuken op te tellen en van elkaar af te trekken kunt u ze altijd gelijknamig maken door ze met elkaars noemen te vermenigvuldigen:
Breuken oefenen: Optellen / Aftrekken
Bij het vermenigvuldigen van breuken vermenigvuldigt u zowel de tellers als de noemers met elkaar, deze hoeven dan niet gelijkwaardig te zijn.
Breuken oefenen: Vermenigvuldigen
Tot slot geldt bij delen door een breuk dat u moet vermenigvuldigen met het omgekeerde.
Breuken oefenen: Delen
Hieronder volgt een voorbeeld van een som die u kunt verwachten in de oefentests.
voorbeeldvraag:

? = 8 ⁄ 4
Het juiste antwoord is 2. Hoewel de uitkomst een geheel getal is noemen we dit toch een breuk. Breuken zijn makkelijker voor te stellen door een relatie te leggen met fysieke objecten. Bijvoorbeeld door 8 appels over 4 personen te verdelen. Ieder persoon krijgt dan 2 appels. Of een liter water voor 2 personen, beiden krijgen dan een halve liter.
Hieronder volgen de 3 testen met opgaven verdeeld in drie verschillende moeilijkheidsgraden. In de makkelijke test alleen maar breuken te vereenvoudigen of gelijknamig te maken. Vervolgens moet u ze in de gemiddelde test optellen en aftrekken. Tot slot moet u ze in de moeilijke test met elkaar vermenigvuldigen en op elkaar delen. Klik op een moeilijkheidsgraad om een oefening te starten. Veel plezier!
U kunt ook deze gestandaardiseerde testen krijgen om uw rekenkundige vaardigheden te oefenen bij Jobtestprep. Deze testen worden uitsluitend in het Engels aangeboden, maar zijn van uitmuntende kwaliteit.
Kies een niveau
